1. Zaaizaden binnenshuis 

Gebruik gerust kiembakjes. Het is niet verplicht, maar wel erg handig. (Budgettip: eierschalen werken ook goed en geven een doe-het-zelf charme.) Wanneer de zaailingen zijn gegroeid en stabiel zijn geworden, kun je ze verplanten in kleine individuele potten. 

 2. Gebruik de juiste grond 

Er zijn veel verschillende soorten grond om uit te kiezen. Om de beste omstandigheden voor je zaden te creëren, kies je het best een licht bemeste zaai- of een andere licht bemeste grond. Zorg er ook voor dat de zaden niet te diep worden geduwd. Ze moeten net diep genoeg zijn om aan alle kanten door grond en vocht te worden omringd. (Bekijk de instructies op de achterkant van het zaadpakket.) 

 3. Markeer de planten 

Als je meerdere verschillende kruiden zaait, is het belangrijk om te markeren waar de verschillende soorten groeien en in welke potten. Wanneer de zaailingen uit de grond beginnen te komen, zullen ze moeilijk uit elkaar te houden zijn. 

4. Geef gelijkmatig water 

Om je zaden te laten ontkiemen hebben ze vocht, warmte en duisternis nodig. Bedek je kiembakjes of potten met doorzichtig plastic. Maak er kleine luchtgaten in en leg er een krant overheen. Dit is om het vocht te behouden en het donker te houden. Plaats de bak op een lichte plek, maar niet in direct zonlicht, en geef water met lauw water. De grond moet vochtig zijn, maar niet nat. 

Als je het gevoel hebt dat je planten te lang en dun zijn geworden wanneer ze uit de grond komen, kun je ze opnieuw planten en ze wat dieper in de grond zetten. 

Speciale tips voor de binnen kweker: 

Aangezien kruiden het beste gedijen op zonnige plekken, is een raam op het zuiden optimaal, maar je kunt de plantjes ook verlichten met een lamp. 

Doe potgrond onderin de pot en zaai- of stekgrond in de bovenste helft en houd deze altijd vochtig, maar niet nat. Wanneer de planten er vermoeid uitzien, is het tijd om ze opnieuw te planten. 

Voor de buitenkweker: 

Voordat je je kruiden plant, moeten ze wennen. Begin daarom met de potten tijdens de warmste uren van de dag buiten te zetten en wanneer er geen risico op vorst is, kunnen ze dag en nacht buiten blijven. 

Kruiden gedijen het beste op een warme, zonnige en beschutte plek in leemachtige, goed doorlatende en poreuze grond. In het begin is mogelijk wat water nodig, maar zodra de wortels zich hebben gevestigd, is bewatering alleen nodig tijdens langere periodes van droogte.